Het Cultuurcentrum van Kortrijk herbergt een unieke collectie aan (repertoire)decors.
Dertig complete decors, met fonddoeken en zetstukken in trompe-l'oeil techniek, op ware grootte uit het begin van de 20ste eeuw bleven in Kortrijk bewaard. De collectie bevat algemene repertoiredecors maar ook sets voor opera's als Aïda, Carmen, La Bohème en Rigoletto.
Een apart decor per voorstelling was enkel weggelegd voor de grote theaters. De meeste schouwburgen, waaronder die van Kortrijk, beschikten over een collectie algemene decors, décors de répertoire genaamd, die voor verschillende voorstellingen ingezet werden: een Romeins paleis, een natuurlandschap, een tempel, een boereninterieur, een Oosters interieur, enz.
Op 14 november 1913 bestelde het Kortrijkse stadsbestuur een eerste reeks decors bij het Brussels atelier Dubosq. Albert Dubosq (1863-1940) genoot een opleiding bij vier Parijse topdecorateurs, schilderde mee aan decors voor belangrijke premières in onder meer de Munt en de Opéra Garnier, maar liet slechts in Kortrijk een collectie decors op ware grootte na.
Besteld in 1913 werden de decors door de Eerste Wereldoorlog pas geleverd in 1920. Hoewel ze dateren uit de periode 1913-26 stamt de stijl niet uit deze periode. De sets gaan terug op 19de eeuwse sjablonen van de romantische decorschool of halen de mosterd uit de Belle Epoque.