Menu toggle

Le jour des rois en Flandres

Met deze houtsnede evoceert Cantré op indringende wijze het oud Vlaams gebruik waarbij groepen op Driekoningenavond verkleed van huis tot huis gingen zingen. De houtsnede toont duidelijk Cantrés zin voor anekdotiek en verwijst rechtstreeks naar illustraties die hem bekend waren uit volksboeken. In een besneeuwd landschap verzamelen zeven sjofele figuren zich voor de deur van een enigszins van de dorpskern verwijderd bakstenen huis. Cantré toont geen vrolijk uitgelaten kinderen, maar een groep misdeelden aan de rand van de maatschappij. De gezichten van de samengebundelde oudere figuren, hoekig en gesneden als Afrikaanse maskers, zijn getekend. Op de voorgrond in de rechteronderkant tracht een man zonder benen zich op een plank met wielen voort te bewegen. Cantrés universum, met zijn schamele personages in een vereenzaamd koud sneeuwlandschap, lijkt een verstilde wereld zonder enig geluid. De lucht is zwart gelaten en contrasteert met het witte landschap, de besneeuwde hooimijt en de daken van de huizen en het kerktorentje op de achtergrond. (Collectie Museum van Deinze en de Leiestreek)