Menu toggle

17 mei 1865 : het allereerste Internationaal Telegraph Convention vindt plaats. Op dezelfde dag werd ook de Internationale Telecommunicating Union (ITU) opgericht. Sinds 1969 vieren we de Dag van de Telecommunicatie dan ook op die dag.  

Het doel van deze dag, sinds 2005 spreken we van Internationale Dag van de Telecommunicatie en IT-Informatie, is sensibiliseren rond de mogelijkheden van het gebruik van internet en andere informatie- en communicatietechnologie voor de maatschappij en economie, maar ook rond de mogelijkheden die technologie biedt tot het dichten van de digitale kloof. 

Cilinder fonograaf

In 1877 vraagt Thomas Edison een patent aan voor een toestel dat geluid kan opnemen en afspelen. Zijn fonograaf bestaat uit een koperen cilinder die voorzien is van een dunne laag tinfolie. Bij een opname doen de geluidstrillingen aan het einde van een trechtervormige hoorn een membraan trillen. Het membraan is verbonden met een stalen naald. Afhankelijk van de geluidssterkte, trekt de scherpe punt van de naald een groef of geluidsspoor van wisselende diepte in de laag tinfolie. Om de opname af te spelen wordt de naald naar het begin van de cilinder gebracht en in het geluidsspoor gezet. De naald tast tijdens het ronddraaien van de cilinder de diepte van het geluidsspoor af en brengt het membraan aan het trillen. De hoorn versterkt de trillingen waardoor het geluid hoorbaar wordt. Zijn nieuwe uitvinding dient o.a. het dicteren van brieven, waardoor er geen stenograaf meer nodig is en als aanvulling op de telefoon, zodat belangrijke gesprekken kunnen worden opgenomen. De verkoop loopt aanvankelijk goed, maar met de dalende verwondering daalt ook de interesse. De ‘tin-foil’(tinfolie) fonografen hebben bovendien enkele ongemakken. De cilinder is moeilijk te wisselen zonder hem te beschadigen. Opnames zijn door slijtage maar een aantal keren afspeelbaar en de geluidskwaliteit blijft zwak. (MIAT, Gent)
1/6
Meer informatie over dit beeld

De grafofoon

In 1885 commercialiseert Edisons concurrent, Alexander Graham Bell, de grafofoon. Het grootste verschil met de fonograaf is de kartonnen cilinder, overtrokken met een waslaag. Het is een opmerkelijke verbetering voor het geluid. Toch is ook die nog ver van perfect. Zo is een opname maximum twee minuten lang, wat het repertoire aanzienlijk beperkt. Maar het grootste probleem is het ontbreken van een duplicatiemethode. De cilinders worden nog altijd ‘live’ gegraveerd. Om meerdere exemplaren te bekomen moeten artiesten hun uitvoering herhalen in een opnamestudio die volgestouwd staat met fonografen. Het is een tijdrovende en dure techniek die massaproductie bijna onmogelijk maakt. De echte commerciële doorbraak komt er pas in 1902. De nieuwe ‘Gold Moulded’ cilinders zijn volledig gemaakt uit een harde, zwarte was. Ze worden niet meer gegraveerd maar in een mal gevormd. Aan de hand van één mal kunnen voortaan 120 tot 150 kopieën gemaakt worden. Voor de eerste keer ontstaat een muziekindustrie waarin maatschappijen als Edison, Colombia, Pathé - Je Chante Haut et Clair en Indestructible elkaar beconcurreren met opnames van de bekendste sterren. De echte concurrentie is echter het succes van de grammofoon, wat de doodsteek geeft aan de productie van de fonograaf. (Toestel : Het Huis van Alijn, Gent. Uitleg : MIAT, Gent)
2/6
Meer informatie over dit beeld

Telefooncentrale

Een telefooncentrale is een installatie waarmee telefoontoestellen zo verbonden worden dat een (telefoon)gesprek mogelijk wordt. De centrale bevindt zich meestal op een centrale plek van de aangesloten toestellen (eventueel binnen één en zelfde fabrieksgebrouw). Telefooncentrales bestaan in verschillende groottes en functionaliteit. Eind negentiende eeuw - begin twintigste eeuw waren ze in volle opkomst. Oorspronkelijk was een centrale een bedieningspaneel waarop een telefoniste handmatig de verbindingen maakte. Bij het opnemen van de hoorn kreeg de abonnee verbinding met de telefoniste. Hij zei met wie hij wilde spreken waarna de telefoniste de verbinding tot stand bracht. De telefoniste hield ook de taxatie bij, die naderhand diende voor de facturatie. Bij een handmatige telefooncentrale eindigen de telefoonlijnen op klinken (stopcontacten) op een verticaal paneel. Daaronder, op een horizontaal paneel, bevinden zich de koorden, die elk met twee stoppen in de klinken passen. Om te vermijden dat de koorden in de war geraakten, werden ze door gewichten onder tafel strak gehouden. Van de koorden die niet in gebruik waren, staken alleen stoppen boven de tafel uit. Bij elk koord hoort een sleutel (een schakelaar op het tafelblad). Daarmee kon de telefoniste belstroom op de lijn zetten. Tegenwoordig verloopt de werking van een telefooncentrale volledig digitaal. (Collectie vzw Regionale Heemmusea Bachten de Kupe, Alveringem)
3/6
Meer informatie over dit beeld

Telefoon van metaal en hout

Telefoontoestel, dat het overbrengen van geluid door middel van elektrische stroom illustreert. Dit is een oud model van hout met ingebouwde geluidsregulator en gemonteerde metalen bel. De geluidsontvanghoorn hangt aan een haak en heeft een houten handvat. (Musea Brugge, Volkskundemuseum)
4/6
Meer informatie over dit beeld

Chatter telefoon

In 1962 bracht Fisher-Price voor het eerst de 'Chatter' telefoon uit. Met deze glimlachende telefoon leren kleuters de cijfers en kleurtjes. Ook vandaag wordt deze telefoon nog steeds met de traditionele draaischijf gemaakt. (Het Huis van Alijn, Gent)
5/6
Meer informatie over dit beeld

De eerste telefooncentrale in Volkegem

17 maart 1994, Volkegem : de nieuwe openbare telefooncel op het de la Kethulleplein werd, onder tromgeroffel van de muziekmaatschappij Sint Cecilia, in gebruik genomen. Roger Baur, de persoon die Belgacom ertoe bewoog, mocht het eerste telefoontje plegen. (MOU, Oudenaarde)
6/6
Meer informatie over dit beeld