Menu toggle

Wij nemen jullie mee doorheen het splinternieuwe museum Eperon d’Or.

De erfgoedsite schetst het verhaal van de schoen- en borstelnijverheden die de stad Izegem op de kaart gezet hebben, maar er is meer. Er zijn touch screens, verhalen, anekdotes, voelwanden, Pekkersgazetten, ronkende machines en fijne handwerktuigjes, Izegemse koekoeks, doe-het-zelf-activiteiten voor bezoekers en nog veel meer. Iedereen welkom!

In 1863 richtte Emiel Vandommele het schoenbedrijf Eperon d’Or op. In 1910 werd het bedrijf honkvast in een eigen fabriek op de huidige locatie. Vandommele had zich ondertussen gespecialiseerd in luxeschoenen, vooral voor dames. In die tijd profileerde Izegem zich meer en meer als schoenenstad, en het kenmerk ‘chaussure d’Iseghem’ werd langzamerhand een garantie voor  kwaliteit. De Izegemse reputatie bleef groeien en Eperon d’Or groeide mee. In 1930 maakte het bedrijf een statement met de bouw van de prachtige voorfaçade in pure art deco-stijl met de typerende prominente hoektoren. Op dat moment werkten er een 180-tal personen bij het bedrijf.

 

Renovatie Art - Déco gebouw

De renovatie van een art deco-schoenfabriek was geen sinecure. Om het voorgebouw de luister uit de art deco-periode terug te geven, moesten er een aantal heel specifieke technieken toegepast worden. Het voegwerk ligt bijvoorbeeld verzonken en werd uitgevoerd in twee kleuren, om de horizontale lijn te benadrukken. De wapenschilden op de voorgevel werden bekleed met bladgoud en moesten gezuiverd worden van betonrot. Er werd een kleurstudie uitgevoerd zodat de kleurtinten uit het interieur van de jaren 1930 perfect geïmiteerd konden worden. De unieke granitovloer werd opgeknapt. Kom het resultaat bezichtigen!
1/7

Izegemse borstels

Luxekleerborstels vormen het paradepaardje van de Izegemse borstelfabrikanten. Ze gebruiken verschillende houtfineerplaatjes om de bovenkant van de borstel af te werken. Met fijn houtsnijwerk of marqueterie versieren ze de borstel. Soms schrijven ze er een naam of een datum op, zodat de borstel een blijvende herinnering is aan een persoon of gebeurtenis. Het borstelhaar wordt met de hand in de voorgeboorde gaatjes getrokken. Door twee kleuren varkenshaar te gebruiken kan de borstelmaker ook aan de kant van het borstelwerk een naam of datum vereeuwigen. Op de foto ziet u een kleerborstel die borstelfabrikant Valère Werbrouck als huwelijksgeschenk maakte voor zijn vrouw Helena Gheysens (21 januari 1905) De dekplaat bestaat uit verschillende houtsoorten, marquetterie. Het borstelwerk is handgetrokken in wit en zwart varkenshaar Izegem, firma Werbrouck, 1905
2/7

Izegemse schoenen

Andere Izegemse schoenfabrikanten werken op een even hoog niveau als Eperon d’Or. Dat bewijzen deze luxueuze damesschoenen van de firma Clément – Brabant. Ook deze fabrikanten dragen bij tot de bekendheid van de Izegemse schoen. Ze zijn even fijn van materiaal en van afwerking als de schoenen vervaardigd bij Eperon d’Or. Ook Miss Universe van 1931, de Waalse Netta Duchateau (°1910- +1988), koos voor het merk Le Croissant d’Or. In 1929 werd voor het eerst een Miss België verkozen. In 1930 werd Netta verkozen tot Miss België en kon zo deelnemen aan de Miss Universe verkiezingen in Texas in 1931. Doordat Netta Miss Universe werd kon België de Miss Universe verkiezingen organiseren in 1932. Deze vonden plaats in Spa. Netta Duchateau staat op de ‘Mur des Wallons’ in het stadhuis van Namen. Men zegt dat haar gezicht de inspiratie vormt voor het logo van de Belga sigaretten. De Miss-verkiezingen in deze periode moeten gezien worden in het kader van de emancipatie van de vrouw. Ze waren zeer revolutionair in die tijd. In de jaren 1960 reageren de Dolle Mina’s tegen Miss-verkiezingen die ze als een ‘vleesparade en –keuring’ bestempelen.
3/7

Pekken in het schoenmaken

De pekdraad was het naaigaren van de schoenmaker. Hij bestond uit lange, - tot 2 armlengten -, getorste hennepdraden. Het torsen gebeurde met behulp van de draaitol. De draad werd behandeld met pek. Zo bekwam men een sterkere draad en tegelijkertijd was de genaaide schoen waterdicht. Om de pek over de draad te verdelen, moest deze eerst zacht worden. De schoenmaker deed dit door deze in zijn broekzak te bewaren, waar het lekker warm was. Als naald gebruikte de schoenmaker een stevig varkenshaar. Door de hennepdraad aan de uiteinden los te draaien, kon men die gemakkelijk breken. Zo ontstond een pluim waaraan men het varkenshaar kon vast hechten. In schoenmakersmiddens noemde men deze naald ‘de borstel’.
4/7

Pekken bij de borstels

We spreken over een borstel indien er een montuur of houder is waarin gaatjes worden geboord, die dan, gaatje na gaatje, opgevuld worden met haren of vezels. De haren of vezels moeten vastgezet worden in de gaatjes. Dit gebeurt ofwel met pek: de bundeltjes grondstof worden in de gaatjes gekleefd. Of dit gebeurt met een draad of touw: men spreekt van een borstel trekken. Beide werkwijzen kwamen tegelijkertijd voor. Aan beide werkwijzen zijn voor- en nadelen. Bij pekwerk kan de grondstof op zijn volle lengte gebruikt worden en stugge grondstof hoeft niet dubbel geplooid te worden. Trekwerk gebeurde door dames thuis en was dus goedkoper. Het ging bovendien sneller.
5/7

Izegemse Pekkers – Vrije Tijd

Borstelmakers pekken borstels, schoenmakers naaien schoenen met een pekdraad. Beiden drinken graag een pintje na het werk of nadat ze hun thuiswerk hebben afgeleverd bij de fabriek. Met het geld dat ze verdienen, blijven ze vaak te lang pekken – of plakken – op café. Tegenwoordig is de pekker de mascotte van Izegem. Eperon d’Or vertelt een verhaal van mensen. De Izegemnaren hebben initiatief genomen, gecreëerd, gezwoegd en gezweet. En zo de stad groot gemaakt. In de Eregalerij van het museum brengen we hulde aan deze mensen. Via de touchscreen kun je natrekken of de foto’s en anekdotes van jouw familieleden of kennissen al in de databank aanwezig zijn. Zijn ze dat nog niet? Dan voegen we ze heel graag toe!
6/7

Economische ontsluiting van Izegem

In de 19de en een groot deel van de 20ste eeuw was het toenmalig economisch centrum in het stadscentrum en de directe omgeving gelegen. Dit economisch centrum verschoof in de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw geleidelijk naar de noord- en zuidrand van de stad. Langs de overkant van het kanaal het industrieterrein ‘Mandeldal’ en aan de zuidkant van de stad de ambachtelijke zone ‘Abele’. De ontsluiting van de stad gebeurde in verschillende fasen. De tramlijn Ardooie – Izegem - Gullegem werd ingehuldigd in 1909 en bleef bestaan tot in 1952. Deze was voor personenvervoer en goederenvervoer. Voor de borstel – en schoennijverheid was dit van groot belang. Zo vonden werknemers vanuit de omgeving gemakkelijk hun weg naar de Izegemse fabrieken. Waarom deze agent in het midden van dit ‘toch niet zo drukke’ kruispunt staat, kunnen we alleen maar naar raden!
7/7