Menu toggle

Gent, een stad van alle tijden en van veel gezichten. Het ene stadsdeel ziet er al eeuwenlang hetzelfde uit, het andere onderging heel wat veranderingen. Kunstenaars van voorbije eeuwen legden de stadsgezichten van weleer vast voor de eeuwigheid : 

Gezicht op Akkergem voor het graven van de Coupure

Omstreeks 1700 was Ekkergem nog een agrarsich gebied vol velden en groententuinen. Het landschap werd gedomineerd door molens. Op zwaar beladen karren werd graan aangevoerd en meel en bloem naar de stad gebracht. In de verte is de Sint-Martinuskerk van Ekkergem, het klooster van Deinze en de Heilige Bloedkapel te herkennen. De Coupure werd pas na 1750 gegraven tussen de twee molens op de voorgrond. Een aquarel van Jan-Baptist de Noter geeft een vereenvoudigde kopie van het schilderij met minden personages en zonder de boom rechts. Het schilderij werd in 1951 door Mevr. Louis Montigny in bruikleen gegeven en in 1957 door de familieleden definitef aan het museum geschonken. (STAM, Gent)
1/10
Meer informatie over dit beeld

Gezicht op de Korenlei en de Graslei

Gezicht op de oude haven van Gent, gelegen 'tusschen brugghen' met kaaien aan beide zijde, heden Graslei en Korenlei genaamd waar de talrijke ambachtshuizen referen naar de drukke havenactiviteiten van weleer. Op de achtergrond zien we het Predikherenklooster en de massieve Sint-Michielskerk. Hoge zeeschepen liggen aangemeerd. Het schilderij geeft de situatie weer anno 1791. Sinds het graven van de Coupure in 1753 was er opnieuw een bloeiende havenactiviteit.(STAM, Gent)
2/10
Meer informatie over dit beeld

De Kouter in Gent in 1763

De Kouter was in de achtiende eeuw de place to be. Een mondaine plek waar Gentenaren en vreemdelingen kwamen paraderen en waar kooplui en kunstenaars hun waren aanboden. 'Le tout Gand' elegant gekleed, flanerend tussen ruiters, rijtuigen en huifkarren worden door de schilder Engelbert van Siclers uitstekend voorgesteld terwijl ze elkaar de fait divers en roddelpraatjes toevertrouwen. We herkennen in het midden rechts ook het Hôtel Falligan, het prachtige herenhuis van de heer Hector Gabriel Falligan, heer van Aubuisson, dat bewaard bleef en ook nu nog onze bewondering opwekt. Rechts daarvan bevindt zich het herenhuis van baron de Draeck en dit van de heer Steenberghe, een groot prentliefhebber. Vanop de balkons van de herenhuizen genieten de uitgedoste families van het kleurijke schouwspel op het plein. Een zeildoek boven het balkon aan de gevel beschermde hen tegen schadelijke zonnestralen en garandeerde dat de dames de felbegeerde blanke teint behielden. Aan de zuidzijde van het plein kunnen we de Hoofdwacht van het keizerlijk leger identificeren evenals het hof en de schouwburg van de Sint-Sebastiaansgilde. Voor het schuttershof staat de gaaipers opgesteld. (STAM, Gent)
3/10
Meer informatie over dit beeld

De Sint-Baafskathedraal en de Reep

Vanuit de Reep zien we de achterzijde van de Sint-Baafskathedraal. De Noter heeft dit schilderij geheel volgens de traditie van zeventiende- en achttiende-eeuwse Hollandse stadslandschappen met kleine figuurtjes gestoffeerd. Hij schilderde bij voorkeur stadsgezichten, onder meer van Antwerpen, Mechelen, Brugge en vooral van Gent, waar hij zich vanaf 1810 ging vestigen. De correcte en zorgzame weergave van materie en kleur tonen De Noters gedegen vakmanschap, terwijl de weergave van specifieke lichteffecten en het gevarieerde kleurgebruik zijn gevoeligheid voor sfeerschepping illustreren. (Museum voor Schone Kunsten, Gent)
4/10
Meer informatie over dit beeld

De Augustijnenkaai langs de Leie

Dit werk is één van de talrijke stadsgezichten die De Noter in de jaren 20 van de 19de eeuw schilderde in Gent. We zien een deel van de infirmerie van het Augustijnenklooster afgebeeld dat hoog uitsteekt boven de gebouwen aan de kaai. De infirmerie in 1675 in baksteen opgetrokken, telt drie bouwlagen. Op de achtergrond is de Lievebrug, het donjon van het Gravensteen en de toren van de Sint-Baafskathedraak goed te herkennen. De zwaaikom van de Lieve, aangelgd in 1611 zal in 1836 gedempt worden. (Museum voor Schone Kunsten, Gent)
5/10
Meer informatie over dit beeld

De Sint-Niklaaskerk te Gent

Gezicht op de Sint-Niklaaskerk, het Belfort en de Sint-Baafskathedraal vanaf de hoek van de Korenmarkt en de Veldstraat. Dit werk is in iconografisch opzicht interessant omdat het de toestand weergeeft van dit deel van de stad voor de grote veranderingen aan het einde van de 19de eeuw - begin 20ste eeuw. De huisjes aan de zijkant van de kerk zijn bijvoorbeeld afgebroken. Het is onderaan links gesigneerd en gedateerd: P.F. de Noter, Gand le 15 juillet 1818, 3e répétition. Het behoort tot de schenking Grandmoulin-Carbonelle. De Noter schilderde verschillende variaties van dit stadsgedeelte. (STAM, Gent)
6/10
Meer informatie over dit beeld

De Sint-Jacobsmarkt en de Vlasmarkt

Het schilderij toont de vlasmarkt aan de voet van de Sint-Jacobskerk. Volgens de kledij van de figuren moet het werk dateren van rond het midden van de 19de eeuw. Het uitzicht op de kerk is dat van voor de grote restauratiewerken, waarbij onder meer de westgevel (in 1869) en de transeptgevels (in 1889-1891) gewijzigd werden. (STAM, Gent)
7/10
Meer informatie over dit beeld

Gezicht op de Lakenhalle en de Sint-Jansstraat te Gent

Het schilderij brengt de verdwenen Sint-Jansstraat in beeld met links de zijgevel van de Lakenhal en op de achtergrond de Sint-Baafskathedraal. De huizenrij tussen de Lakenhal en de kathedraal werd op het einde van de 19de eeuw afgebroken voor de aanleg van het Sint-Baafsplein. Een aantal van de huizen rechts op het schilderij bestaan nog steeds, waaronder het zgn. ‘Hotel Van Branteghem’ of ‘Hotel Hamelinck’. De zijgevel van de Lakenhal is afgebeeld zonder de dubbele stenen buitentrap. Die werd in 1716 afgebroken en in 1892 gereconstrueerd. Het schilderij vormt dus een interessante iconografische bron en geeft een beeld van het centrum van Gent voor de grondige transformatie rond 1900. Het schilderij draagt rechts onder de signatuur van Augustus Wijnantz (1795 – na 1850). Deze kunstenaar was gespecialiseerd in het tekenen en schilderen van stadsgezichten. Hij werkte o.m. in Brussel, Utrecht, Den Haag en Amsterdam. De meeste schilderijen van Wijnantz zijn ook gedateerd. Helaas is het jaartal op de twee schilderijen in onze verzameling niet meer goed leesbaar. Vermoedelijk dateren ze beiden uit het einde van de jaren 1820. (STAM, Gent)
8/10
Meer informatie over dit beeld

Panoramisch gezicht op Gent

In de negentiende eeuw was Gent de meest geïndustrialiseerde stad van Vlaanderen, wat onder meer door de aanleg van het kanaal Gent-Terneuzen werd versneld. Het schilderij van Gustave Den Duyts Panoramisch gezicht op de stad Gent toont de stad gezien vanaf de aanzet van het kanaal, nog voor het graven van de voorhaven tussen 1882 en 1886. Links zien we een paar vrachtkarren naast de kade waarlangs een boot gemeerd ligt. Op de rechteroever reizen de fabrieksschoorstenen naast de historische torens van Gent. De schilder speelt hier de oplichtende hemel uit tegen de grauwe voorstad. De verf is met korte nerveuze toetsen aangebracht waardoor het geheel een impressionistisch karakter krijgt. (Museum voor Schone Kunsten, Gent)
9/10
Meer informatie over dit beeld

Dooi in Gent

In het fin de siècle werden schilders en schrijvers aangetrokken door het verstilde karakter van de Vlaamse steden. Voor Gent was Albert Baertsoen de meest toonaangevende stadsschilder. Baertsoen schetste een melancholisch beeld van de kanalen, de monumenten, de industrie en de verpauperde wijken. Dooi in Gent is een goed voorbeeld van zijn ingetogen stijl: een donker en sober koloriet, een pasteuze techniek en een doordachte compositie. Het schilderij toont een zicht op de Lindelei, gezien vanuit Baertsoens woonhuis op de hoek van de Coupure. Het doek is onafgewerkt en de verdeling in rechte lijnen die diende om de compositie over te brengen van de voorbereidende tekening op dit werk, is nog zichtbaar. (Museum voor Schone Kunsten, Gent)
10/10
Meer informatie over dit beeld