Menu toggle

Vrijdag 5 mei gaat in Alghero op het eiland Sardinië de Ronde van Italië, beter bekend als de Giro d’Italia, van start. De Italiaanse rittenwedstrijd, visueel vooral bekend om zijn roze leiderstrui, viert dit jaar haar 100ste verjaardag. Deze altijd spektakelrijke en zware rittenwedstrijd, door veel kenners als de zwaarste en mooiste van de Grote Ronden aanzien, verdient in de meimaand dus de nodige aandacht van het Wielermuseum. Elke dag wordt er over 100 jaar Giro op de sociale media van het museum gecommuniceerd. Op Erfgoedinzicht wordt aan de hand van 14 objecten en foto's in vogelvlucht over 100 jaar Giro d'Italia gegaan. 

100 x Giro d'Italia

De rittenwedstrijd doorheen het Italiaanse schiereiland ging in 1909 voor het eerst door. Enkel tijdens de oorlogsjaren 1915-1918 en 1941-1945 werd de wielerwedstrijd niet georganiseerd. De Giro was het antwoord op de populaire Franse rittenwedstrijd ‘Tour de France’ die in 1903 van start ging. Op 13 mei 1909 zouden 127 renners aan de start staan van de eerste Giro, bijna allemaal Italianen. Luigi Ganna won de eerste editie. In de eerste decennia was de Giro vooral een Italiaanse aangelegenheid met enkel Italiaanse (super)helden en wielergoden.
1/14
Meer informatie over dit beeld

Gazzetta dello Sport

De Giro kwam er op aandringen van Tullo Morgagni, journalist bij La Gazzetta dello Sport. Deze Italiaanse krant had eerder al met succes de Ronde van Lombardije en Milaan-Sanremo gelanceerd. Toen concurrent Corriere della Sera van plan was een wielerwedstrijd doorheen Italië in te richten naar het voorbeeld van de Ronde van Frankrijk, besloot de Gazzetta om de concurrentie voor te zijn en al in 1908 werd het plan gepubliceerd. De Gazetta dello Sport had een nieuwe succesorganisatie waarmee ze haar sportkrant kon promoten. Meer dan 100 jaar later bestaat de krant nog steeds en is ze via de organisatie RCS Sport nog steeds de organisator van deze en verschillende andere wielerwedstrijden. Sedert 1931 draagt de leider in het algemeen klassement een roze leiderstrui, roze naar het kleur van het papier waarop de krant tot op heden gedrukt wordt.
2/14
Meer informatie over dit beeld

Alfredo Binda

Tot 1950 was het Italië boven in de Giro d’Italia. Het succes van de wedstrijd groeide en lokte ook buitenlandse renners, maar nooit in dezelfde mate als de Tour de France. De eerste decennia staan dan ook alleen maar Italiaanse renners op de erelijst. In het Interbellum was Alfredo Binda zonder twijfel de leidende figuur in de Giro. Hij was de eerste die tussen 1925 en 1933 5 edities won. Zijn dominantie was zo sterk dat de organisatie hem in 1930 zelfs betaalde om niet deel te nemen! Binda was ook de eerste die drie maal wereldkampioen werd en zou later nog met succes bondscoach worden van de Italiaanse ploeg tijdens de Tour en WK’s. (aandenken bruikleen Noël Grégoire)
3/14
Meer informatie over dit beeld

Gino Bartali

Toen Binda’s dominantie voorbij was, was er al een andere Italiaanse renner klaar om de leidende figuur in het ronderennen te worden. Gino Bartali kwam uit het conservatieve Zuid-Italië en was een van de beste klimmers van zijn tijd. In 1933 werd het bergklassement in de Giro ingevoerd, een klassement dat Bartali 7 keer aanvoerde. Hij won tussen 1936 en 1946 3 edities van de Giro. Het is maar de vraag hoeveel van de door de oorlog weggevallen edities hij zou gewonnen hebben. Hij schitterde ook in de Tour waar hij de edities van 1938 en 1948 won. Tijdens de oorlog was Bartali actief in het verzet, iets waarvoor hij later door de joodse gemeenschap zou gehuldigd worden.
4/14
Meer informatie over dit beeld

Fausto Coppi

Legendarisch is de rivaliteit tussen de Italiaanse renners Bartali en Fausto Coppi die een meer wereldlijke levensstijl aanhield. Mede door de oorlogsjaren zou het uiteindelijk Coppi worden die op de erelijst van de Giro een plaats naast Binda zou innemen. Coppi won tussen 1940 en 1953 maar liefst 5 edities. Na WO II zou hij ook twee maal de Tour op zijn naam mogen schrijven. Het private leven van Coppi was in het katholieke Italië echter een groot schandaal, in die mate dat paus Pius XII in 1954 zelfs weigerde de Giro te zegenen als Coppi zou deelnemen. Coppi zou al in 1960 in mysterieuze omstandigheden overlijden. (fiets : bruikleen Ellen Mater)
5/14
Meer informatie over dit beeld

Charly Gaul

Op het palmares van de Giro is de Luxemburger Charly Gaul een opvallende verschijning. In een tijd waarin de Giro nog volop door de Italianen overheerst werd, won hij de edities van 1956 en 1959. De voormalige slagersgast was in eigen land vooral bekend als nationaal kampioen veldrijden en ondanks zijn tengere gestalte kon hij heel goed tegen koud en bar weer. In 1956 moesten de renners in ijzige weersomstandigheden de Monte Bondone op. Gaul kon het best tegen de barre koude en won de rit met meer dan 12 minuten voorsprong. Tijdens de rit zouden 44 renners moeten opgeven. Gaul zou later ook nog de Tour op zijn naam mogen schrijven.
6/14
Meer informatie over dit beeld

Eddy Merckx

Eind de jaren 1960 was de tijd daar om de Italiaanse hegemonie definitief te breken in de Giro. Tot 1968 waren nog maar 6 edities niet door een Italiaan gewonnen. In 1968 won een Belg voor het eerst de Giro, Eddy Merckx. Hij zou uiteindelijk 5 Giro’s winnen en zo mee het klassement van de Giro aanvoeren. Net als Coppi zou Merckx ook twee maal de dubbel Giro-Tour verwezenlijken en is hij een van de 6 renners ooit die de 3 Grote Ronden (incl. Ronde van Spanje) wonnen, zij het in verschillende jaren. De Giro van 1968 was ook de eerste met gerichte dopingcontroles.
7/14
Meer informatie over dit beeld

Michel Pollentier

In het post-Merckxtijdperk was nieuw Belgisch succes in de Giro al snel aan de orde. In de editie van 1977 overheerste de Belgische Flandriaploeg van begin tot eind. Freddy Maertens zou maar liefst 7 ritten op zijn naam schrijven, maar het was uiteindelijk ploeggenoot Michel Pollentier die de eindoverwinning op zijn naam mocht schrijven. Het was een van de vele edities waar de Italiaanse succesrenner Francesco Moser niet verder raakte dan een ereplaats. Moser zou pas in 1984 de Giro winnen.
8/14
Meer informatie over dit beeld

Johan De Muynck

Een jaar later was het opnieuw België boven in de Giro. Na een tweede plaats in 1976 mocht Oost-Vlaming Johan De Muynck in 1978 in Milaan op het hoogste schavotje plaats nemen. De Muynck was een goede klimmer die in de bergrijke Giro goed uit de voeten kon. Hij reed toen ook voor de Italiaanse Bianchiploeg. Later zou De Muynck zich meer op de Tour richtten, maar kwam daar niet verder dan een vierde plaats. Hij is tot op heden de laatste Belg die de Giro op zijn naam mocht schrijven.
9/14
Meer informatie over dit beeld

Herstel Italiaanse dominantie

Van 1968 tot 1996 zouden maar 10 van de 29 edities door Italianen gewonnen worden. Ongetwijfeld een doorn in het oog van chauvinistisch Italië. In 1997 keerde het tij met de overwinning van Ivan Gotti. 11 jaar op rij zou er een Italiaan op het hoogste schavotje prijken met ronkende winnaars zoals Marco Pantani, Ivan Basso en Danilo di Luca. Vaak toprenners, maar ook vaak renners die in dopingzaken genoemd werden met di Luca als triest hoogtepunt.
10/14
Meer informatie over dit beeld

108 - Sempre con noi

De Giro van 2011 moest een feestelijke editie worden n.a.v. de 150e verjaardag van het land Italië. De feestsfeer maakt al snel plaats voor rouw. Op 9 mei, tijdens de derde etappe maakte de Belgische renner Wouter Weylandt live op TV een dodelijke val tijdens de afdaling van de Passo del Bocco. Hij was op slag dood. De verslagenheid in het peloton was groot en de volgende rit werd geneutraliseerd en een herdenkingsrit voor Weylandt. Nadien besliste de organisatie om het rugnummer van Weylandt, 108, nooit meer uit te reiken aan een renner.
11/14
Meer informatie over dit beeld

Giro Donne

In 1988 kreeg de Giro een zusje. De Giro Donne werd toen voor het eerst georganiseerd en ging sedertdien elk jaar door buiten 1991 en 1992. Het is momenteel de enige grote rittenwedstrijd in het vrouwenwielrennen. In de beginjaren overheersten ook hier de Italiaanse rensters met vooral Fabiana Luperini die in de jaren 1990 4 edities op rij won en na een dopingschorsing in 2000 nog eens in 2008. Daarna was de Giro Donne vooral het werkterrein voor de internationale toprensters met onder meer drievoudige winnaressen Marianne Vos en Nicole Brändli en de Litouwse Edita Pucinskaité die tweemaal won. (foto bruikleen Santuario Madonna del Ghisallo)
12/14
Meer informatie over dit beeld

Giro, een sterk merk

De Giro groeide in 100 edities uit tot een van de drie grote rondes. Bij velen blijft de Giro ‘het kleinere broertje’ van de Tour de France, maar voor wielerkenners is de Giro minstens zo hoog in aanzien, zeker door het vaak zwaardere parcours van de Giro in het bergrijke Italië. Dit vertaalt zich ook in de commerciële waarde van de Giro. De Giro wordt ook al jaren vergezeld door een publiciteitskaravaan en sponsors staan in de rij om de klassementstruien en etappes te sponsoren.
13/14
Meer informatie over dit beeld

Giro, een internationaal merk

Veel meer dan de Tour de France bleef de Giro d’Italia in eigen land. Gaandeweg werd in de Alpen al wel eens een landsgrens overgestoken. In 1965 werd voor het eerst een start in het buitenland georganiseerd, in de ingesloten dwergstraat San Marino. Buiten de Europese tour van de Giro in 1973 n.a.v. de uitbreiding van de EEG, zou het tot 1996 duren vooraleer de start buiten Italië en een dwergstaat georganiseerd werd. De Giro startte toen in Griekenland n.a.v. de Olympische Spelen. Sedertdien werd wel meer een start in het buitenland ingericht met een grote commerciële return in ruil. Van de zeven laatste edities startten er vier in het buitenland.
14/14
Meer informatie over dit beeld